Koud en klimmen
13 mei 2019 - Yanggu County, Zuid-Korea
We zijn met onze laatste week van onze fietsvakantie bezig. We verlaten vandaag de kust en gaan het binnenland weer in. Het is nog vier etappes. Maar dat betekent ook dat we weer gaan klimmen. Vandaag ruim 1500 hoogtemeters en morgen zelfs 2200 volgens ons boekje. Zo aan het eind van onze fietsvakantie zien we daar zelfs een beetje tegenop. Het liefst zou je natuurlijk aan het eind een beetje relaxed willen uitfietsen maar daar leent een route zich niet altijd voor.
Het is heiig als we vertrekken en ook fris. We rijden meteen linea recta haaks vanaf de kust, een beetje parallel aan de grens, het land in en moeten ook meteen klimmen. Als we naar de richting kijken waar we naartoe moeten dan ziet het er niet zo best uit. Ook al klimmen we, we trappen ons niet echt warm. Dus de beenstukken maar weer aan. Het is koud. Wat een verschil weer met gisteren. Toen zaten we nog aan het strand. Over die beenstukken van mij (Fabienne) moet ik toch nog wat vertellen. Jullie zullen vast hebben gezien dat ik van die knalroze beenstukken aan heb en misschien ook wel dat er Leontien.nl opstaat en gedacht hebben “nou dat ziet er ook niet uit!” Ze zijn nog van een oude outfit van mijn Leontien van Moorsel outfit. Het ziet er natuurlijk een beetje maf uit die knalroze beenstukken, maar ze zitten mij het lekkerst. Thuis heb ik wel zwarte, maar het ene paar maat M is me te groot en het andere paar S zit eigenlijk te strak. Daarom maar die roze meegenomen, “want ik zal ze toch niet zoveel aanhebben”, hoor ik mijzelf nog zeggen thuis. “Misschien alleen in China op die hoge pasdag.” “En wie kent mij daar nu”. Ja, ja wie had dat gedacht dat we onze beenstukken zoveel aan zouden hebben. Wat zo leuk is, is dat ik die beenstukken ooit jaren geleden van Astrid, een fietsvriendin, heb gekregen en die had ze weer gekregen van een meisje wat net fietste bij de Leontien van Moorsel ploeg. Haar ploeg kreeg een andere sponsor, dus ze mocht dat niet meer dragen en Astrid kreeg een hele zak met allemaal wielerkleding. Dat meisje is Lucinda Brand. Toen had niemand nog van haar gehoord, maar inmiddels is ze een goede profrenster. Het klimmen gaat mij goed af deze vakantie, dus wie weet, misschien komt het door die beenstukken. Die zijn natuurlijk goed ingereden. Lucinda moest eens weten...
Hans heeft gewoon beenstukken van Decathlon. Niks beenstukken van kleine Tom of van kleine Baukje. Nee gewoon uit het schap van de Decathlon. Maar ondanks dat gaat hij ook lekker de berg op. We merken dat we echt een superconditie hebben gekregen.
We moeten vandaag twee keer een flink stuk klimmen. We komen van 0 en klimmen twee keer naar bijna 600 meter. We merken ook vandaag weer dat we dichtbij de grens fietsen. Langs de weg staan hele grote antitankblokken. Bij een invasie kunnen ze die tot ontploffing brengen en vallen de enorme grote blokken op de weg, zodat de tanks daar niet door kunnen. Volgens onze informatie zijn de ontstekingen weggehaald en staan ze niet meer op actief, maar we zien de draden nog liggen dus die zijn er nog gewoon. Bij een dreiging is het zo weer gemonteerd. Het voelt wel een beetje sinister aan om er langs te fietsen. Al die blokken staan op scherp, zodat ze allemaal de goede kant op vallen.
Even later moeten we volgens onze beschrijving langs een ‘nepwaterval’ fietsen. We kunnen ons nog niet helemaal voorstellen wat daar nu mee wordt bedoeld. We naderen een grote parkeerplaats en allemaal winkeltjes. Een echte hotspot. En even later zien we de de waterval met heel veel selfies-makende Koreanen ervoor. Nee, dit moet niet gekker worden. Boven aan een rots ligt een grote waterpijp die water van de rots af spuit. Het water waait gewoon in een nevel naar beneden. Het water raakt nergens de rotsen. Ze hebben waarschijnlijk vandaag de kraan een beetje te hard open gezet. Gewoon een beetje lachwekkend. Maar ja, ze maken hier tenslotte alles na, maar hierop moeten ze nog een beetje oefenen.
Als we op het eerste pasje aankomen is het berekoud, maar gelukkig is er een koffiecafé waar we ons even kunnen opwarmen. We krijgen van de eigenaar nog wat snoepjes mee voor onderweg. “Power food”, zegt hij.
De afdaling is koud, Hans heeft vier lagen aan. Maar als we de tweede klim rijden komt de zon er weer een beetje door. Het laatste stuk naar onze eindbestemming rijden we deze keer op een echt mooi nieuw aangelegd fietspad van asfalt. Helaas is het nog niet helemaal klaar, en hebben we af en toe wat stukken onverhard.
Onze eindbestemming is Yanggu, een garnizoensplaats. We zien heel veel militairen lopen, met en zonder ‘hun meisje’. Het is zondagmiddag dus de meisjes lopen bijna allemaal met tasjes uit ‘the gift shop’ of met bloemen. Vast van hun lief gekregen. Het is een leuk stadje met veel restaurantjes en winkeltjes. De Koreaanse jongens moeten hier zo'n 2,5 jaar in het leger. Bijna iedereen haalt in het leger de zwarte band Tae Kwon Do. Wat je daar aan hebt als ze op je schieten, weten we ook niet zo goed. Verder gaat het er hard aan toe. Bij aankomst in het leger moeten ze bijvoorbeeld een uur lang met gestrekte rug en armen in kleermakerszit blijven zitten.
Het is nog drie etappes naar Seoul. Morgen moet het de zwaarste etappe worden met 2200 hoogtemeters klimmen. Die zware dag met ook 2200 hoogtemeters herinneren we ons nog goed van China. Ook al ging het klimmen vandaag heel goed en is onze conditie momenteel top, we zijn toch allebei een beetje klaar met het klimmen. We gaan dus een beetje smokkelen en het ons gemakkelijk maken. De etappe van morgen en een stukje van overmorgen kunnen we namelijk ook met de bus afleggen. @Koert: we zijn dan wel niet zo stoer, maar het is wel zo lekker. We hebben dan ook nog een extra dag in Seoul om af te sluiten. Wel zo leuk.
In een alleraardigst net gerenoveerd hotel vragen we naar het busstation. Je weet het namelijk maar nooit met bussen (gezien onze ervaring in China) en vragen de weg. De mevrouw van het hotel spreekt geen Engels, maar gaat iemand bellen en we krijgen de telefoon overhandigd. Een perfect Engels sprekende dame legt ons uit hoe we naar het busstation moeten rijden. Het is de dochter van de hotel mevrouw. Ze heeft in Amerika gestudeerd. Dan moet het hotel toch een goede inkomstenbron zijn, denken wij nog.
We gaan maar meteen de kaartjes reserveren. Gisterenavond hebben we al wat zinnen in onze telefoon gezet. Een alleraardigste vrouw achter de balie heeft geduld met ons en snapt meteen wat we willen en ook dat er twee fietsen meemoeten. Ze knikt en het lijkt alsof ze zegt: “Geen probleem”. Alleen de tijd moeten we nog op een papiertje opschrijven. Maar dan moeten we wel weten, welke tijden de bus vertrekt. We kijken haar wat vragend aan. Daarvoor komt ze zelfs even het hokje voor uit. Zo gepiept. De dames uit China van het busstation zouden verplicht op werkstage moeten naar Korea.
We hebben een eigenaardigheid opgemerkt in de hotels. Er bestaat namelijk geen vierde verdieping in de hotels, nergens. Vier is namelijk een ongeluksgetal.
Koreanen gebruiken twee soorten cijfersreeksen; de Koreaanse en de Chinese. De Chinese wordt het meest gebruikt. Nu is het zo, dat het Chinese teken voor vier ontzettend veel lijkt op het Chinese teken voor dood. Daarom zijn de Koreanen niet zo dol op het cijfer vier. Gebouwen hebben dus nooit een vierde verdieping. Dus er staat altijd in de liften 1 - 2 - 3 - 5 etc. Overigens is er ook geen 0 of begane grond. Hier is de begane grond de eerste verdieping. Waarom dat is weten we niet. We gaan ook eens kijken in Seoul of er een gate 4 is en of in het vliegtuig van Cathay een rij 4 is. Wij denken van niet. Morgen dus eerst lekker met de bus en dan nog 55 km fietsen.
Succes morgen 😘