Door de dehesa van Extremadura
14 oktober 2021 - Monesterio, Spanje
We fietsen door Extremadura in Zuid Spanje en dat is een super dun bevolkt gebied. Dat betekent dat we niet al te kritisch moeten zijn wat betreft het hotel. We zijn al blij dat we een hotel kunnen boeken. Gister kwamen we aan in een super leuk klein hotel waar zes stoere Spaanse fietsers, al even op het terras, ons al joelend verwelkomden. Met veel wauw's en duimen omhoog en kijkend naar onze tassen, werden ons de complimenten toegeworpen. Zij zagen er echt heel stoer uit. Halve baarden van twee dagen, benen onder het stof, snelle fietspakjes aan, veel lege glazen op tafel natuurlijk en iedere Spanjaard zijn eigen stoere verhaal dat luid over het terras schalt. Als wij na ons drankje naar binnen gaan om ons aan te melden zie ik de fietsen van de mannen staan. Stoere fietsen, dikke banden, grof profiel, veel modder en met …… zie ik het nou goed? Allemaal een accu. Ik wijs verbaasd naar de accu en een van de mannen haalt zijn schouders op met een blik van “Ja hé, wat dacht je dan". En meteen de vraag: waar zijn jullie begonnen en hoe laat zijn jullie vertrokken, om de prestaties te kunnen vergelijken. ‘s-Morgens vroeg werd het nog erger. We hoorden het macho geklik van de fietsschoentjes in de gang maar ook het geratel van rolkoffertjes. Nee hè, onze stoere mannen hebben ook nog bagage vervoer! Nou dat hele stoere is er dan wel een beetje af. Nu snap ik de wauw’s van gister ook beter.
Dit eenvoudige hotel heeft geen ontbijtservice. De staf is pas weer om 13:00 uur aanwezig. Sleutels van de kamer leg je maar op het kastje in de gang. Mwah, lossen we zelf even op, toch? Ai, de Spar slaapt ook uit na de feestdag van gisteren en gaat pas om 09:00 uur open. Dat vinden we te laat, dus we eten nog een oude eierkoek, een half broodje en een mandarijn. Nu hebben we in Spanje zelden een koffie apparaat op de kamer en dat is een gemis van jewelste als je meer dan 40 jaar ambtenaar bent geweest. De ontdekking voor ons dit jaar is een waterdompelaar. Stamt uit de tijd dat geluk nog heel gewoon was. Net voor de vakantie gekocht en super blij mee. Zal wel uit China komen, maar dat moet dan maar een keer. Dus een lekker bakje koffie en ook warm water mee voor koffie onderweg. Want we komen echt bijna niets tegen.
We rijden wat later het dorp uit en komen meteen op een onverharde weg. “Leuk toch?”, zeg ik tegen Fabienne. “Hmmm, ja leuk", maar net iets minder enthousiast. We laten ons niet kennen en dalen vol goede moed een groen begroeid gebied in. De weg is ruig en vol met joekels van stenen. Maar het gaat omlaag dus we zetten door. Na bijna drie kilometer komt een auto ons tegemoet en stopt. Als hij vraagt “Donde vas?”, waar we naar toe willen, komt er zo’n wijsneuzerige glimlach op zijn gezicht. Maar de hand met de wijsvinger omhoog die fel van links naar rechts zwaait met de ondersteunende woorden “no possible" doet ons toch maar besluiten weer terug te keren naar de verharde weg. Wijsneus rijdt een beetje slippend weg zodat we meteen onder het stof zitten. Maar de weg terug, ja die gaat omhoog en is zo steil, dat Fabienne toch ineens moet stoppen door een grote kei en dan niet meer kan opstappen. Achteraf besef ik dat ik deze weg gekozen heb omdat de andere heel veel meer klimmen is. Maar ik weet niet wat erger is. De verharde weg was in ieder geval prachtig, rustig en de klim prima te rijden.
Na ongeveer een uur fietsen we de provincie Sevilla uit en gaan we naar Extremadura waar onze fietstocht vooral plaats zal vinden. In Extremadura vind je nog het authentieke Spanje. Althans dat zeggen de reisgidsen.
Het unieke landschap, de prachtige steden, de afwezigheid van massatoerisme, de aardige mensen. En wat een rust! Kan ook niet anders als er maar 1,1 miljoen mensen wonen in een gebied dat even groot is als Nederland. Extremadura heeft veel grote Spaanse ontdekkingsreizigers voortgebracht.
Iets van de geest van de ontdekkingsreizigers heb je nodig als je in dit gebied gaat fietsen, want je komt niet veel andere fietsers tegen. Een beetje puzzelen en zelf je weg zoeken dus. Maar als je eenmaal op je fietsje zit op zo’n mooi landelijk weggetje voel je je de koning te rijk. En het is overal heel erg rustig.
Extremadura heeft twee provincies. Caceres in het noorden en Badajoz in het zuiden. Wij fietsen vandaag vanuit de provincie Sevilla de provincie Badajoz binnen. Twee grote rivieren doorsnijden de Extremadura van oost naar west. De Taag in het noorden en de Guadiana iets onder het midden. Bijna al het mooie wat Extremadura (fietsers) te bieden heeft ligt ten noorden van de Guadiana. De mooie steden liggen vooral in het noorden en die gaan we allemaal bezoeken: Merida, Caceres, Trujillo en Palencia. Wij fietsen door de Sierra Morena, het mooie, groene gebergte dat Extremadura van Andalusië scheidt.
Extremadura werd altijd beschouwd als een uithoek van Spanje, een extremiteit van christelijk Spanje. Ze noemden het land van de extremeños die huis en haard hebben verlaten om elders het geluk te zoeken. Het is bijzonder dat een provincie die ver van de zee ligt, toch zoveel bekende avonturiers heeft voortgebracht, en een belangrijke rol heeft gespeeld bij de verovering van Amerika en de Nieuwe Wereld. Het fortuin brachten de conquistadores mee van hun reizen naar Spanje en bouwden prachtige villa’s en kastelen in het noorden van Extremadura.
Het kenmerkende landschap van Extremadura noemen ze de dehesa. De weg erdoor heen is prachtig. Een nieuwe weg die op en neer door het landschap gaat. Eens in de 10 minuten komt er een auto of een motor langs. We zien grote velden vol met kurkeiken en steeneiken op enige afstand van elkaar met daartussen het opgeschoten gras waarin het vee rondscharrelt. De bomen zorgen voor schaduw voor de beesten en voorkomen dat de bodem uitdroogt in de brandende zon. In het voorjaar is Extremadura een eindeloze bloemenzee. Nu aan het begin van de herfst oogt het landschap tussen de bomen dor, gelig en droog, maar het is nog steeds prachtig . Tussen de bomen scharrelen de zwarte varkentjes en eten de nootjes van de bomen nog niet wetend wat hun te wachten staat. De streek hier is bekend om de beroemde Ibérico ham. En dat merken we ook als we dichterbij onze eindbestemming Monesterio komen. Een en al winkels en reclame voor de ham. Natuurlijk nemen we bij het biertje als we in ons hotel zijn aangekomen wat lekkere tapas en daarbij mag de Iberisch ham niet ontbreken.
Het was vandaag maar 44 km, maar wel weer met 800 pittige hoogtemeters.
Hebben ze hier nu ook moeite met die wereldveroveraars en de rijkdom die ze vergaarden om kastelen te kunnen bouwen? Wordt Columbus straks van zijn sokkel getrokken en volgt er een excuus van de Spaanse koning?
Succes morgen met de volgende rit.
Heerlijk om de verhalen weer te lezen.