De triplex route.

5 maart 2017 - Kunming, China

Om vijf uur schrikken we allebei wakker. Wat een p….herrie. Wat is er aan de hand? Allemaal keiharde stemmen waar we natuurlijk niks van verstaan. Dan realiseren we ons dat de tv aanstaat bij de eigenaren die achter de receptie wonen en onze kamer is precies daar boven. Gisterenavond stond die tv ook al zo hard aan en is Hans nog even gaan kijken waar de herrie vandaan kwam. Werkelijk niet te geloven. We vonden de hotelmadam al niet zo sympathiek, maar dit slaat werkelijk nergens op. We proberen toch nog even te slapen, maar het is hier nogal gehorig. We horen de badkamergeluiden van de Chinese gasten naast ons en die hebben nogal de gewoonte om ’s morgens hun keel schoon te krijgen. Wat een gerochel en gespuug.

Na een yoghurtje, een soort stokbrood met La Vache Qui Rit (ja dat is één van de goede dingen die ze hier hebben overgehouden van het Franse koloniale tijdperk) en een kop koffie vertrekken we vroeg, want het wordt een lange etappe van 92 km met veel klimmen en dalen. We lopen naar de receptie, maar daar is niemand te zien. Ik (Fabienne) roep steeds “hello, hello, helloho” en klop op een deur achter de receptie. Maar nog steeds geen madam te zien. Wat nu? Dan maar even toch achter de deur kijken en ik sta meteen in een slaapkamer met drie mensen in bed. “O sorry, I want to pay”, mompel ik geschrokken. Even later komt de man van madam in een voetbalbroekje en t-shirt in zijn ogen wrijvend naar de balie en gaat in een laatje zitten rommelen. Het ene na het andere paspoort heeft hij in zijn hand, en ik maak hem duidelijk dat wij de onze al hebben. Ze willen hier steeds je paspoort innemen, maar dat willen wij dus niet. Hij kijkt in het gastenboek en ziet de prijs staan van 350.000 Dong. Dick en Jeanette die een dag voor ons fietsen hebben hier 280.000 betaald. (We whatsappen elkaar over onze belevenissen).  Volgens madam hadden die een hele andere kamer. Tja, wat doe je eraan, het gaat hier niet om veel geld, maar je hebt wel het gevoel dat ze maar wat doen bij de westerlingen. We stappen op de fiets en ineens staat madam achter me, tikt op mijn arm en zegt dat we nog moeten betalen. “No we already paid the hotel at your husband!”, zeg ik boos kijkend. De boodschap is helder. En wat blijkt achteraf: dat probeerde ze dus gisteren ook al bij Dick en Jeanette.

We zitten lekker op tijd op de fiets en ik heb me toch maar even ingesmeerd met factor 50. Ik heb niks anders bij me. De weerapp gaf voor vandaag 25 graden met zon aan. Het is heiig, maar we denken dat de zon toch zo door kan komen. Het is helaas valse hoop. We zien rond het middaguur mensen in een regenponcho ons tegemoet rijden en het ziet er inderdaad nogal dreigend uit. We hopen dat het droog blijft en trappen maar stevig door. De Vietnamezen hebben trouwens de gewoonte om vuil te verbranden en door de laaghangende nevel blijft ook de rook hangen. We rijden als we zo’n rokende berg zien met onze buff (een buff is een rond sjaaltje dat voor van alles en nog wat dienst kan doen) voor onze mond. . 

Je ziet hier de ene school na de andere en de kinderen hebben allemaal dezelfde jackjes aan als een schooluniform. Die schooluniformen zijn wel streekgebonden, want we zien toch wel wat verschillende soorten.
De kinderen gaan hier bijna allemaal met de fiets naar school en ze vinden het leuk om met ons mee op te fietsen en ondertussen met ons te kletsen. “Hello, where you come from? What’s  your name? Where are you going?”

We rijden de hele dag net als gisteren door een triplex gebied. Van snelgroeiende bomen worden stukken gezaagd en die gaan in een machine die van zo’n stronk een lange reep maakt totdat er een dun stokjes van zo’n 3 cm overblijft. Het is leuk om even te kijken hoe dit gaat. 

Het blijft gelukkig toch de hele dag droog. Hebben wij even mazzel. Yen Bai is een grote plaats en we kijken bij drie hotels hoe de kamers zijn. Ook hier klopt er niks van de prijs. Ze doen maar wat, hebben we de indruk. Bij het derde hotel besluiten we te blijven. We rijden nog even het stadje door op zoek naar een restaurantje. We zien niet zoveel, alleen hele kleine eethuisjes, die er niet heel geweldig uitzien. We hebben al bijna de hoop opgegeven. In een kleine supermarkt laat Hans een thuis voorgeprogrammeerde zin zien “Ban biêt môt nha hàng nok chúng ta có thê ān”. Na wat gegiechel en overleg met een collega worden we naar een bbq restaurant verwezen. Ze schrijft de naam van het restaurant op een briefje voor ons.  We vinden het en lopen even naar binnen. De eigenaar spreekt goed Engels en legt ons het concept uit. Zoveel bbqen als je wilt voor één prijs. Dat gaan we proberen vanavond. 

Net als we willen gaan eten, valt de stroom uit. Aan de overkant van ons hotel is een bruiloft aan de gang en de zangeres kon ons toch al niet zo bekoren. Het is meteen lekker rustig. We zoeken in het donker naar onze hoofdlampjes (altijd handig) en lopen naar het restaurant. Ook daar is het pikkedonker. Maar we kunnen toch wel eten. Hij heeft een aggregaat, iemand moet nog wel even benzine halen. We wachten geduldig. En inderdaad even later gaat het licht aan. We mogen plaats nemen aan een tafel met in het midden een gril met houtskool. Er staat een buffet met allerlei lekkernijen en een meisje komt ons steeds schaaltjes met vis en vlees brengen. Het smaakt voortreffelijk! We lopen met een volle maag weer terug naar het hotel. Ook bij de bruiloft is er weer stroom….

Voetnoot van Hans:
Nou hebben wij altijd onze hoofdlampjes bij ons als we op vakantie gaan. Vooral als we naar Azië gaan. Daar kan het licht zo maar uitvallen. Samen lopen we met ons hoofdlampje op door het donkere hotel. Eenmaal buiten doen we het hoofdlampje natuurlijk af. Ziet er namelijk behoorlijk stom uit in de stad, ook al is het donker. Naast me hoor ik ineens phoef, au, kolere. “Wat doe je?” roep ik verbaasd. Fabienne trekt aan haar lampje om het af te doen, maar dan schiet het lampje van de elastieken band af en die knalt dan terug op haar voorhoofd. Het merkje “Petzl” staat bijna in haar voorhoofd getatoeëerd. De tranen schieten in haar ogen. Ook bij mij, maar dat is van het lachen. Fabienne wrijft hard over haar voorhoofd om de pijn te verminderen. Gelukkig hebben we na het eten weer stroom. Dus vraag als we thuis zijn niet aan Fabienne “joh wat heb jij nou op je voorhoofd?”

Foto’s

2 Reacties

  1. Rineke:
    5 maart 2017
    Heb jij weer Fabienne midden in een slaapkamer staan .
    Wat een verhalen weer van de laatste dagen . Blijft leuk om te lezen.
    Gelukkig komt de zonnebrand weer uit de tas
  2. Fabienne:
    5 maart 2017
    Nou zonnebrand zit weer in de tas hoor. Hele dag bewolkt. We zijn al blij dat het droog is gebleven.