De scheven toren van Teluk Intan

2 februari 2018 - Teluk Intan, Maleisië

We verlaten ons tropisch eiland na een ontbijt met uitzicht op het strand en de zee. Het echtpaar nijlpaardvogel laat zich niet zien zo vroeg. De vogels vinden het te vroeg waarschijnlijk. We willen de ferry halen van half negen dus zitten we precies om half acht als eersten aan het ontbijt. We kunnen kiezen uit allerlei vlees- en visgerechten, rijst, mihoen, groentes, maar gelukkig ook fruit en toast met een gebakken ei. Én pannenkoeken! Pannenkoeken is iets wat ik (Hans) wel als verrassing kan waarderen na een rustdag. Het is tenslotte alom bekend dat je na een rustdag een behoorlijke inzinking kan hebben, in plaats dat je als herboren weer op de fiets zit. Ik wil natuurlijk alle voorzorgsmaatregelen nemen om niet met puddingbenen achter Fabienne aan het elastiek te hangen, dus ik prop me vol met pannenkoeken met stroop. 

We zijn dik op tijd voor de ferry van half negen en worden geholpen met de fietsen en de bagage. Om negen uur rijden we weer aan de overkant van het tropisch eiland. We rijden eerst even langs de 7 Eleven. We zijn inmiddels een vaste afnemer van de muffins van Mighty White. Het zijn lekkere tussendoortjes en we hebben inmiddels alle smaken al geprobeerd. De banaan met walnoot is wel onze favoriet. We lopen twee keer de 7 Eleven rond en komen erachter dat ze geen muffins hebben van Mighty White hebben. Wat een domper is dat zeg. Dan maar een ander merk. En gelukkig die zijn ook goed te verteren hoor. 

We hebben de route vandaag aangepast. Volgens de beschrijving moeten we naar Pasir Salak, maar omdat dit stadje een beetje is ingedommeld de laatste jaren besluiten wij door te rijden naar Teluk Intan. Een grotere en leukere plaats. Wel wat verder, maar who cares. Wij zijn hier nu toch dus voilà even door naar Teluk. Ik heb zelf gisteren de route op mijn GPS gezet dus het moet goed gaan. Voor diegenen die nu meteen naar de volgende alinea denken te moeten gaan omdat ze verwachten dat het wel verkeerd zal zijn gegaan, moet ik ze teleurstellen. Het ging helemaal goed.

Rond twaalf uur ziet het er heel dreigend uit, terwijl we net nog volop in de zon reden. We hebben vandaag niet zo heel veel restaurants onderweg dus kiezen we voor een stalletje met 10 stoelen om iets te eten. Echt zo’n gelegenheid waar we anders keihard voorbij rijden en nooit zouden eten, maar gezien de donkere lucht nemen we het risico. Er zitten een paar lokalen te eten. Nou ja, die leven ook nog dus.... De eigenaresse kijkt naar de lucht en zegt ‘rain’. Nou zij zal het wel weten. Omdat deze vriendelijke dame met één tand alleen maar zelfgemaakte limonade serveert, haalt Fabienne twee koude cola’s bij de buurman. Voor mij schept de vrouw alvast een bordje rijst op. Dat wordt altijd voor je gedaan. In de rest van de bakken mag je altijd zelf een beetje graaien. Ik zie allerlei bakken met stukken vis en vlees in zompige sausjes drijven. Hier moet je echt een sterke maag voor hebben denk ik. Ik vraag aan de vrouw wat het allemaal is terwijl ik een wijds gebaar maak in haar vitrine. Ik had net zo goed kunnen vragen of ze wist wie Mark Rutte was. Terwijl ik in een paar bakken roer en een paar hompen verschillend vlees naast de rijst op mijn bord kwak, hoop ik dat de goden me vandaag goed gezind zijn. Als Fabienne met de cola terugkomt vraagt ze met grote ogen “Wat heb jij nou?” “Ja, dat krijg jij ook zo van dat lieve mens.” Ook Fabienne krijgt een bordje rijst aangereikt, terwijl ze de vliegen wegzwaait die overal lijken te zitten. Ik val aan op de cola. Als ik maar genoeg cola drink compenseert dat de ellende in mijn maag wel denk ik. Met een lepel en een vork, die ik uit een plastic bekertje haal dat op tafel staat, begin ik aan mijn maaltijd. Het is nog niet zo eenvoudig om een stuk kip met een lepel en een vork uit elkaar te krijgen zonder dat de helft van je kip wordt gelanceerd naar de volgende tafel. Daar hebben die mannen hier allemaal geen probleem mee want die eten met hun handen. Als ik heel geconcentreerd mijn kip in stukken probeer te trekken merk ik dat zo hard duw dat ik mijn lepel krom heb gebogen. “Uri Geller is in town”. Het is raar te moeten schrijven, maar het vlees, wat verschillende varianten kip bleek te zijn, en de saus is lekker. We zijn er niet ziek van geworden, dus het eten was goed, of Coca Cola is mirakels goed spul. 

De regen blijft uit en na het eten gaan we weer verder. Even later komt de zon tevoorschijn en is het weer ontzettend warm. Als we fietsen lijkt de warmte heel erg mee te vallen, maar zodra we stil staan is het zo heet dat we tegenwoordig alleen nog maar proberen te stoppen als we in de schaduw kunnen staan. 

We komen op het punt dat we van de oorspronkelijke route gaan afwijken en we de nieuwe route gaan rijden. We hebben bijna geen water meer dus stoppen we bij een restaurantje. Dicht! Het is vandaag vrijdag en dat is de eerste dag van het weekend hier. Er zit een jongen voor de deur op een stoel te wiebelen terwijl hij op zijn smartphone aan het surfen is. Wie doet dat niet tegenwoordig? Ook hier in Maleisië zit iedereen de hele dag op dat ding te turen. Ook al heb je geen berichtje, dan is het toch altijd nog beter om gewoon je berichtjes nog een keer te lezen, dan niet op je smartphone te kijken. We vragen of we ergens water kunnen kopen. Hij zegt ons dat het restaurant dicht is en gaat weer verder met waar hij mee bezig is. Maar deze jongen kan toveren met zijn smartphone. Als we bij onze fiets staan om te kijken waar we heen moeten, komt hij met een ijskoude fles water aan. Krijgen we van hem. “Enjoy your holiday!” Geweldig bedankt man. Top!

Na onze extra kilometers komen we aan in Teluk Intan. Een leuke plaats met een scheve Chinese toren. Die gasten moeten ook echt alles na-apen hè. Het is een mooie oude Chinese watertoren die is verzakt doordat de grond te zacht is. Een Chinese toren van Pisa. We hebben op advies van een Chinees een hotel gevonden midden in de stad dat net is gerenoveerd (2018). Nadat we zijn ingecheckt gaan we even het centrum in om wat te drinken en wat fruit te eten. Als we even stoppen om te kijken waar we heen moeten worden we aangesproken door een Chinees die van alles van ons wil weten. Even later moeten we weer poseren tussen een aantal dames voor de scheve toren en later nog een keer met twee doofstomme mannen. Met hun communiceren is lastig, maar op de foto met hen dat snappen we wel. Het is geweldig leuk om zo met met mensen in gesprek te zijn. We merken telkens weer dat in de plaatsen waar wij komen geen Westerse toeristen komen. Wel aan de kust en in de toeristische plaatsen zoals vanochtend, maar zodra we het binnenland weer ingaan zien we toch meer van het echte Maleisië en de bevolking die daar leeft. 

We zijn nog steeds in de provincie Perak en volgen de gelijknamige brede rivier. Die rivier staat volgens ons wel erg hoog, maar we zie nog geen zandzakken voor de deuren liggen, dus het zal wel normaal zijn. Perak is een hele rijke provincie geweest door de productie van tin en is lang in bezit geweest van de Nederlanders. Toen de tinnen serviezen in Europa in de mode waren, was het tin niet aan te slepen. Veel Chinezen trokken voor het werk naar Perak en nog steeds is 45% van de bevolking in Perak Chinees, 41% is Maleisisch en 14% Indiaas. Vanavond dus ook maar bij de Chinees gegeten. 

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s