Naar Georgetown op Penang

25 januari 2018 - Georgetown, Maleisië

Het was gisteravond na de regen toch weer hartstikke warm. We kiezen altijd wel een kamer met airco. Maar gisteravond hing de airco wel een beetje ongelukkig boven het bed en kreeg ik de fan niet een tandje lager. Ik beloofde Fabienne de airco wel even anders in te stellen. Nou ben ik redelijk handig, maar rond 21.00 uur moesten we toch even bellen voor de handyman, want ik kreeg het hele apparaat niet meer aan de gang. Welke knop ik ook indrukte geen beweging meer in te krijgen. We voelden de temperatuur oplopen. Op een gegeven moment was het binnen weer 30 graden. Gelukkig bracht Handyman een nieuwe afstandbediening. Pfffff. 

Het is ‘s-morgens gelukkig droog na de helse regenbui van gisteravond. Overal zien we de naweeën van de harde wind en het vele water dat is gevallen. Veel blaadjes liggen op de paadjes van het park die al weer heel vroeg worden opgeruimd. Overal zien we mensen vegen om ons park weer tiptop te krijgen. 

We hebben geen WiFi op de kamer dus moeten we even naar de receptie voor de upload van ons verslag op onze site. Als we de foto’s en het verslag hebben geplaatst kunnen we weg. Oh shit, ik (Hans) wil mijn schoen inklikken maar er valt niets meer te klikken want mijn spd-ijzertje onder mijn schoen is verdwenen. Dat ding moet op het park zijn want gisteren had ik het nog. Na even zoeken ligt mijn spd een paar meter van mijn fiets. Ik ben alleen één schroefje kwijt. Laat ik nou gewoon een heel setje met spd voor onder de schoenen bij me hebben. Dat is nu die twee kilo waar Fabienne in Sri Lanka mee heeft gefietst. Na een paar minuten zijn we weer onderweg. Het is heel benauwd en de bewolking hangt laag. Maar we zien dat de zon snel door de bewolking zal komen. 

We hebben vandaag maar een korte etappe van 39km. Een eitje dus. We moeten wel overvaren met de ferry naar Georgetown op het eiland Penang. Na ruim een uur is onze weg geblokkeerd omdat er op de weg vandaag markt is. Tja wat nu? We lopen met de fiets en al over de markt. Nou dachten we dat het maar een paar kraampjes zouden zijn, maar we lopen al een tijdje en zien er geen eind aan komen. We zijn echt een ‘sta in de weg’ voor de bezoekers. De meeste mensen vinden het wel leuk dat wij tussen de bevolking door moeten manoeuvreren. Het is heel smal en en we kunnen er soms maar net door. Bij een kraampje waar een echtpaar donutsen aan het bakken is stoppen we even. We kunnen het niet nalaten om er vier te kopen. Oh dat is heel lastig rekenen. Vijf is eenvoudiger. Ok doe dan maar vijf. Dat is dan 2 Ringit (40 cent).

Even later is iemand in een kraampje pakketjes aan het maken van witte en groene nudels met kokos en rietsuiker. We hebben tijdens het fietsen de laatste dagen door de warmte meer behoefte aan zoetigheid. Dit hebben we in Sri Lanka ook gegeten maar daar heette het een hopper en was het opgerold als een pannenkoek. Nu wordt er een mooi pakketje van gemaakt. Ook hiervan kopen we twee pakketjes. 

We eten onze donutsen met een heerlijke espresso ice-coffee aan het eind van de markt. Het is nog 15km naar de ferry. Eigenlijk is er ook een brug maar daar mogen geen fietsers en brommers overheen, dus zijn we verplicht de ferry te nemen. Maar dat is geen ramp, want het is sneller, korter en minder vermoeiend. Het kost wel weer 1,40 ringit 😂. Om bij de ferry te komen moeten we even tegen het verkeer in, maar dat doen ze allemaal hier dus dat is geen probleem.  Op de ferry staan we als enige blanken tussen de auto’s scooters en motoren en iedereen staart naar ons. In een kwartier zijn we aan de overkant. Op het eiland Penang is het weer tropisch warm. We gaan de schaduw steeds meer waarderen. We rijden de ferry af en gaan op zoek naar ons hotel. We zien het al uit verte boven de huizen uitstijgen. Voor veel fietsers die met AWOL in Maleisië gaan fietsen is dit de eerste overnachting in Maleisië. Die landen namelijk op dit eiland. En het eerste hotel is altijd een heerlijk luxe hotel. Dus als we aankomen komen er meteen twee piccolo’s naar buiten om onze spullen op een karretje te zetten en naar onze kamer te brengen. Ik heb altijd het idee dat die piccolo’s dan denken, “Nee hè, niet weer zo’n fietser”. Het lijkt mij ook leuker om het portier van een BMW te openen dan een bezweet iemand te verwelkomen en een fiets met een klef stuur op de standaard te zetten. Ik probeer bij het inchecken altijd een beetje achter Fabienne te blijven want ik ben altijd drijfnat en dat is niet prettig voor de mensen van het hotel. Het voelt gewoon koud als we de lobby van het hotel inlopen. Oh, omdat ik heb gereserveerd wil de dame mijn paspoort hebben en moet ik tekenen. Oké. Als ik het formulier heb ingevuld zie ik natte plekken op het formulier en op de balie. Oh sorry, sorry, sorry.

Het is een prachtig hotel en we krijgen een fantastische kamer. Op de vierde is een mooi zwembad en op de 16e een dakterras.  We douchen meteen en gaan daarna Georgetown bezoeken. 

Het eiland Penang of Pinang ligt vlak voor de kust van Maleisië en is altijd een belangrijk eiland geweest omdat het geografisch zo gunstig lag voor de handel. De hoofdstad van het eiland is Georgetown en is gesticht door een Engelsman (hoe kan het ook anders) en vernoemd naar Koning George III. Een Engelse kapitein verwierf het eiland voor the East India Company in 1786. Hij meende dat het eiland een handige springplank zou zijn voor de handel met China. Op het eiland woonde een handjevol Maleisiërs en af en toe wat piraten. Het eiland behoorde toe aan de sultan van Kedah (Noord Maleisië) en die bood het de Engelsen aan in ruil voor bescherming tegen de Thai. De Engelsen vonden het een goede deal, maar hebben nooit wat gedaan tegen de Thaien. Dus ging die sultan weer oorlog voeren tegen de Engelsen om het eiland weet terug ter krijgen, maar dat verloor hij.

De haven werd door de Britten opengesteld voor internationaal verkeer en een oproep aan iedereen om naar Penang te komen. Dat waren voornamelijk Chinezen die dachten naar het beloofde land te gaan. Ze gingen werken voor de delving van tin, wat toen massaal naar Europa werd geëxporteerd. Ook hadden velen er werk in de handel en dienstverlening. Nog steeds wonen er op het iemand 55 % Chinezen, 35 % Indiërs en de rest zijn Maleiers of blanken. 

De middag besteden we aan een bezoek aan het centrum. Als echte toeristen lopen we met een plattegrond in de hand de stad te bekijken. We lopen van schaduw- naar schaduwplek want het is zooo warm. Nu merken we dat slenteren door een stad veel vermoeiender is dan fietsen. We wanen ons net in China, dan weer in India en ook zie je veel koloniale gebouwen van de Britse overheersing. Het is een leuke stad en twee keer eten we Indiaas. We bezoeken twee Chinese tempels, komen langs een hindoetempel, een Anglicaanse kerk en een moskee en dat op nog geen vierkante km.

Een bijzondere bezienswaardigheid is het mooist clanhuis Khoo Khongsi. In een khongsi komt de hele Chinese familie bij elkaar die dezelfde achternaam hebben. Dit huis werd gebouwd in 1902.  Als je tot een Chinese clan behoorde mocht je geen contact hebben met leden van een andere clan. Er was competitie tussen de verschillende clans. De clan van de familie Khoo was de belangrijkste en invloedrijkste familie in Georgetown. Ze woonden allemaal bij elkaar in een rijtje met aaneengeschakelde huizen, er was een eigen tempel en zelfs een podium voor optredens voor de familie.

In de tempel hangen allemaal naambordjes van de nakomelingen van de familie Khoo die uitgewaaierde zijn over de hele wereld en allemaal een goede functie hebben. 

Morgen gaan we een rondje fietsen over het eiland. 

Foto’s

3 Reacties

  1. Yvonne:
    26 januari 2018
    Hoi lieverds , wat een heerlijk verhaal om dit weer te lezen zo in de ochtend bij het ontbijt. Liefs von
  2. Eeke en Henk:
    26 januari 2018
    Fabienne, volgende keer je fietstassen na kijken.
  3. Jacques:
    26 januari 2018
    Nog steeds een overschot aan ambtenarenzweet. ;-)