Op bezoek in een theefabriek

12 januari 2018 - Ella, Sri Lanka

Voordat we aan een lange afdaling beginnen rijden we nog even Nuwara Eliya rond. Gisteren na de lange klim waren we daar te moe voor. Tijdens de Engelse overheersing gingen de Engelsen hier heel graag naar toe, vanwege het milde klimaat en creëerden midden in Sri Lanka hun eigen Engeland. Ze noemen het hier dan ook ‘Little England’. Het is te zien aan de koloniale huizen, de mooie aangelegde tuinen, de Engelse namen van hotels, er is een golfbaan, een renbaan en er is een mooi park met de naam Victoria Park. Toen we hier gisteren aankwamen was het ook nog eens typisch druilerig Engels weer. Maar vanochtend schijnt gelukkig weer de zon. We hebben een ‘easy day’ met een afdaling van 25 km. Van bijna 2000 m hoogte dalen we naar het plaatsje Ella op 1000 m. Het is nog fris en we trekken dan ook voor de daling maar een windjack aan. In Nuwara Eliya zie we weer toeristen die hier vaak een paar dagen blijven om mooie wandelingen te maken en om naar een piekje te wandelen. Wij gaan lekker dalen over een mooie weg met goed asfalt. We slaan toch nog maar wat te eten in bij de plaatselijke bakker, want je weet nooit wat je onderweg nog tegenkomt: een cakeje, en twee hartige snacks, eentje gevuld met ei en een ander met groenten. De snacks worden steevast zoals overal ingepakt in een zakje dat gemaakt is van een oud tijdschrift of krant. En overal bij alle bakkers ligt dezelfde waar. Een driehoekige snack is er eentje met ei. Een vierkante gevouwen roti is met groeten. En ook de prijs is overal hetzelfde (25 rupee = 13 cent). We dalen af door prachtige theeplantages, waar kleine vrouwen de blaadjes aan het plukken zijn en enorme grote zakken met thee op hun rug hebben. Naast thee worden hier ook andere groenten verbouwd zoals aardappelen, prei, koolrabi en we zien veel plantenkwekerijen. 

Twee km voor Ella zien we een theefabriek en vragen we of we binnen mogen kijken. Dat mag! De man die ons rond leidt spreekt niet zo heel goed Engels, maar bij alles wat hij zegt het nog twee of drie keer vragen, begrijpen we toch wel redelijk wat er in de fabriek gebeurt. 

Elke 7 tot 10 dagen groeien er nieuwe blaadjes aan de theestruik. Als de geplukte kleine blaadjes in de fabriek komen, worden ze eerst in een grote langwerpige met gaas afgedekte bak gelegd. Een blazer zorgt ervoor dat het meeste water uit de blaadjes wordt gehaald. Dat proces duurt 12 uur. Daarna worden de blaadjes in een machine 20 minuten geplet. Na weer een dag drogen, worden de blaadje in een houtgestookte oven 20 minuten gedroogd. Daarna volgt nog een heel proces van zeven, zodat de kleinere blaadjes uit de zeef vallen. Wat overblijft moet nog een keer worden geplet. Tenslotte worden de blaadjes door een ingenieuze machine gescheiden in stof, fijn, medium fijn en grof. De ‘medium’ blaadjes geven de beste smaak. Het stof is alleen goed voor de theezakjes en is kwalitatief de slechtste thee. Is eigenlijk het restafval van het hele proces. Die thee is waarschijnlijk de thee die wij in de theezakjes in Nederland het meeste drinken.

Na de rondleiding mogen we nog proeven. We krijgen drie verschillende smaken thee te proeven. De man maakt er een heel ritueel proces van. Er komen drie soorten thee op een blaadje aan. Met een heel klein gewichtje weegt hij precies 2,5 gram thee af van elke soort. Het moet precies 2,5 gram per kopje zijn. De afgewogen thee gaat in een klein theepotje samen met het gekookte water. De klok op de mobiele telefoon wordt gebruikt, omdat de thee precies 5 minuten moet trekken. Halverwege roert hij een keer met een lepel.  Alle drie zijn ze iets verschillend van kleur, maar allemaal wel rood gekleurd. Dan mogen wij proeven en hij staat heel verwachtingsvol naar ons te kijken en is benieuwd welke thee wij het lekkerst vinden. Ik (Fabienne) de medium en Hans de sterktste. Hij staat erbij te glunderen. Hij vindt zelf ook ook de sterkste thee het lekkerst, en uiteraard wel ‘without sugar and milk, so you have the pure taste’. Op de theeplantage werken zo’n 200 pluksters en 30 fabrieksarbeiders. Alle thee uit deze fabriek is voor de export. We hebben besloten thuis meer Ceylonthee te gaan drinken!

De Engelsen hebben eind 19e eeuw de thee geïntroduceerd. Daarvoor in de Hollandse periode werd er veel kaneel verbouwd en daarna koffie. De koffieplanten werden aangetast door een ziekte, waarna de Engelsen de theeplantages hebben aangelegd. Nu is Sri Lanka na India de grootste thee-exporteur. Het binnenland is één grote theetuin die 230 miljoen kilo thee oplevert. De theestruiken gedijen het best op een hoogte boven de 1500 m. 

In Ella gaan we op zoek naar een hotelletje en vinden een hele leuke homestay bij een echtpaar dat twee kamers verhuurt. Als Hans de douche uitkomt, ziet zijn hoofd er wel heel raar uit. Hij is vanochtend waarschijnlijk vergeten om zijn gezicht in te smeren en tijdens de afdaling heeft hij zijn cap vanwege de wind achterstevoren opgezet. Na de afdaling is hij helemaal vergeten dat ding weer recht te zetten dus heeft hij nu een hele bruine kop met een horizontale streep op zijn voorhoofd en een soort bruin eilandje net boven zijn voorhoofd. Twee witte strepen van zijn zonnebril maken de bonte Picasso wel af. Gelukkig hebben we nog even de tijd om het weer een beetje fatsoenlijk bij te laten kleuren. 

’s Avonds gaan we lekker eten bij een leuk restaurant in het kleine centrum van Ella. We bestellen een Indiaas gerecht. Nu weten we dat de Srilankaanse keuken een van de meest spicy keukens is, maar dat hadden we nog niet zo gemerkt. Hans heeft een Indiaas curry gerecht met kip. Al bij de eerste hap zie ik hem een beetje van kleur verschieten. “Hoe is dat van jou?”, vraag ik hem nieuwsgierig. “Nou, wel lekker”, zegt hij een octaaf hoger dan normaal. Even later geeft hij  toe dat het wel erg pittig is als hij moet niezen omdat zijn neus begint te kriebelen van de specerijen. Zijn neus begint te lopen en zijn oren gaan jeuken. Hij valt aan op mijn restje bier. Na een paar happen droge rijst is hij weer aanspreekbaar. Het zweet staat op zijn hoofd. “Lekker?”, vraag ik lachend? “Ja heerlijk, maar had iets minder spicy gemogen”. 

Morgen doen we twee etappes in één keer en wordt een lange dag.

Foto’s