De zoutpannen van Puttalam

1 januari 2018 - Chilaw, Sri Lanka

In Sri Lanka knalt het vuurwerk ook na twaalf uur gewoon door. Dat is leuk maar niet als je de volgende dag vroeg op moet en 92 km moet fietsen. De airco is hier echt een must, maar deze airco maakt van onze kamer bijna een familie ijskast. En op het bed ligt hier in Sri Lanka overal tot nu toe alleen maar een laken. Om het een beetje warm te krijgen leggen we de badlakens over ons heen. Om zeven uur gaat de wekker. Wel een beetje brak probeer ik (Hans) mijn telefoon te vinden tussen mijn spullen op het nachtkastje. Even later zijn we de eersten aan het ontbijt buffet. Grandioos dat al het personeel dat gisteren tot heel laat aanwezig was nu al weer zo’n uitgebreid ontbijt kan serveren. We maken ook even een sandwich voor onderweg want we krijgen niet veel gelegenheid om onderweg te eten volgens de beschrijving.

Het eerste stuk van de route loopt nog langs het water. Het valt ons op dat er heel veel graven liggen langs de kust. Zo maar langs de weg, aan het eind van het strand zien we heel veel graven. Sommigen zonder naam. Ongetwijfeld zijn dit de slachtoffers van de tsunami van 2004 waarbij  toentertijd dus heel veel slachtoffers niet konden worden geïdentificeerd. 
De weg naar onze eindbestemming Puttalam loopt door langs de kust, maar omdat veel fietsers de weg nogal druk vonden is de route omgelegd. We rijden dus bijna dertig km om via rustige binnendoor wegen om in Puttalam komen. Volgens onze beschrijving is het een weg met deels onverharde stukken en slecht asfalt, maar wel prachtig door kokosnoten- en bananenplantages. Zodra we de grote weg afgaan, komen we meteen op een weg met hier en daar een heel klein stukje asfalt maar Aziatisch asfalt met heel veel putten en kuilen, dat afgewisseld wordt met heel veel onverharde rode zandwegen en wegen waar binnenkort geasfalteerd gaat worden en dus net grote kiezels zijn gestort. Ik (Fabienne) weet niet waar mijn voorkeur naar uitgaat. Tussen de stukjes asfalt stuiter je alle kanten op, op de rode stofweg is het vooral stofhappen en op de asfaltkiezels kom ik bijna niet vooruit en ben ik steeds aan het slippen. Hans die fietst lekker soepel alsof er niks aan de hand is, maar ik ben mezelf met die extra kilo’s van het gereedschap die ik gisteren van Hans heb overgenomen aan het ingraven. Het staat dan wel stoer met vier tassen fietsen maar die voortassen van Hans lijken superlicht en lijken alleen dik. Zou het bubbeltjesplastic er gewoon nog inzitten? Onderweg stoppen we waar een paar kleine kinderen aan het spelen zijn. Ik vraag aan Hans of hij bij de strandballen kan. Met een al rood aangelopen gezicht blaast Hans een ‘Miko’ bal op en geeft het aan een van de kinderen. Ze zijn superblij en staan ons lang na te zwaaien. 

Na een uur stopt Hans aan de kant van de weg. Zijn zadel zakt telkens na een tijdje naar beneden. Als ik achter hem rij zie ik hem als het ware steeds kleiner worden. Als ik naast hem stop zie ik de bekende McGyver grijns op zijn gezicht. Ik heb de hele ochtend op mijn fiets zitten broeden hoe ik mijn zadel moet vastzetten. Hans heeft naast zijn gereedschap ook altijd veel andere handigheidjes bij zich. Hij tovert een zakje tie-rips tevoorschijn. Hij vouwt een stuk of 15 tie rips om zijn zadelpen zodat die niet meer kan zakken. Slim! Ziet er nog indrukwekkend uit ook.

We komen onderweg nagenoeg niks tegen. Na vijftig km kunnen we een cola kopen en eten we achter de toonbank van een winkeltje onze boterhammen met kaas van de ochtend. Nou ja kaas. Het lijkt wel smeltkaas. Nou dat lukt dan wel weer met deze temperatuur. Het smaakt echt nergens naar, maar het zijn weer wat eiwitten en calorieën. En met een cola spoel je alles weg.

De mensen in Sri Lanka zijn heel aardig. Overal worden we weer enthousiast begroet. Vandaag is het  vooral ‘Happy New Year, happy New Year!’ Als we even stil staan, stopt er steevast een tuc tuc of motor naast je om te vragen of er iets aan de hand is of om zomaar een praatje te maken. “Where are you going?”is meestal de eerste vraag, gevolg door “Where you come from?”. Als je dan zegt dat je uit Holland komt, is meestal het antwoord “aaah Ajoen Robun”. Huh? “Yeah Ajoen Robun” Ze moeten het alleen drie keer herhalen voordat we snappen om wie het gaat. Oh Arjan Robben. En dan steken we onze duim omhoog.

We rijden vandaag het katholieke deel uit. De Mariabeelden die op elke kruising over ons waken, worden nu boeddhabeelden. Onderweg zie we steeds meer wild. Nou ja we zien een grote schildpad tergend langzaam een vrij drukke weg oversteken. Hoe doet hij dat denken we? Hij is in ieder geval al veilig de helft van de weg overgestoken. Wat een opgave! Nu de andere weghelft nog. Even later zien we een moederaap met een klein aapje vlak voor onze neus de weg over rennen. Ze zaten ons eerst heel nieuwsgierig aan te kijken om daarna heel brutaal vlak voor ons over te steken. Ze zetten nog net geen lange neus op. Zo van ‘na na na na na na’. (O nee, dat is van die olifant met die Rollo).

De laatste 15 km van onze tocht gaat weer over een normale weg en zoeven we naar Puttalam. We hebben de keuze uit twee matige hotels. De een nog matiger dan de ander volgens het boekje. En de tip uit het boekje zegt genoeg: controleer even of de kamer is schoongemaakt. We kiezen de  minst matige en rijden het Dammika Holiday Resort in. De naam belooft heel wat. Het is maar net wat je onder een resort verstaat. 
De eigenaar spreek goed Engels en is zeer vriendelijk. “Is there hot water?” “No today we have only cold water, because of electricity”. Dat zegt hij volgens ons elke dag. Nou ja, zo warm willen we nu ook weer niet douchen na de hitte van vandaag. We mogen alle kamers zien. Eerst gaat Hans inspecteren. “Hmmm ga jij nog maar even kijken”. Ik bekijk nog meer andere kamers en voel even of het bed niet keihard is. We doen het omdat de man zo aardig is en het andere hotel nog matiger is en geen ontbijt heeft.

Snel even het rode stof van ons afspoelen en dan gaan we nog een rondje fietsen langs de zoutpannen van Puttalam. Heel bijzonder om te zien. Een groot stuk land is verdeeld in vierkante bassins, waar men ongeveer twee keer per jaar het zoute water in laat stromen en het vervolgens afsluit. Het duurt dan vijf maanden voordat het zout kan worden gedolven. Langs de bassins zien we grote heuvels liggen afgedekt met matten van kokosnotenboombladeren (levert heel wat op met drie keer woordwaarde). Zo’n dakje zorgt ervoor dat het zout goed droog blijft ook als het gaat regenen. We zien een paar mannen vanaf een zoutberg het zout in een grote molen scheppen, waar het zout in kleiner kristallen (maar nog altijd veel te groot voor je zoutmolen) uitkomt een op een andere berg wordt gestort. Het lijkt eigenlijk net strooizout, maar dat zullen ze weinig gebruiken hier. We hebben rondgereden, interessant in de bassins gekeken maar begrijpen niet hoe dat winnen van zout nu wordt gedaan. 

Op onze weg weer terug naar ons ‘resort’ worden we tegengehouden door een paar jongetjes. Ze willen gewoon even met ons praten. De paar woorden Engels die ze op school hebben geleerd worden allemaal uitgeprobeerd. Als het lukt worden ze steeds brutaler. Op een leuke manier. Zo’n kind verdient een frisbee van Kees denkt Hans. Hij haalt er een uit zijn tas en loopt met de jongens naar een veldje. Hij doet even voor hoe ze moeten frisbeeën en merkt dat ze het snel doorhebben Als we weer willen vertrekken, komt een jongetje de frisbee weer terugbrengen. “No it is for you!” Hoe blij kun je kinderen hier nog maken met zoiets simpels als een frisbee. Zou een mooie reclame poster zijn voor ‘Miko’ in Frankrijk. (Wij krijgen al jaren frisbees van onze vriend Kees uit Frankrijk. Miko is de Franse variant van Ola). Het is zo leuk om die frisbees weg te geven, en Hans gooit dat ding na al die jaren oefenen precies waar hij dat ding wil hebben.

Bij gebrek aan een beter restaurant eten wij op ons ‘resort’. Het eten valt 100% mee. De jongens die in het hotel werken doen hun uiterste best om het ons naar de zin te maken. Zijn heel beleefd en gedienstig. 

Foto’s

9 Reacties

  1. Singa:
    2 januari 2018
    Wij genieten weer van jullie verhalen.
  2. Astrid:
    2 januari 2018
    Happy newyear!
    Super om elke dag zo'n leuk verhaal van jullie te lezen bij mn ontbijt :)
  3. Danielle Bergwerff:
    2 januari 2018
    Hier nog een fan! De allerbeste wensen voor jullie en blijven schrijven hoor.
  4. Magda:
    2 januari 2018
    heel mooi zadel uniek in de wereld denk ik.
    De frisbee en plastieken ballen doen me denken aan Nepal.
    Wat een goede tijd was dat.
    Groetjes Magda
  5. Joost:
    2 januari 2018
    Leuk om jullie verhalen weer te lezen Hans/Fabienne,
    Is hard zwoegen op de weg lees ik.
    Veel plezier en genieten met zo'n prachtige natuur en vriendelijke bevolking.
    Beste wensen voor het jaar 2018.
  6. Paul Grooteman:
    2 januari 2018
    Mooi verslag weer vandaag. Hans, misschien zelf een paar kilootjes te zwaar waardoor je zadelpen inzakt?
    Stoer hoor Fabienne om 10 kilo uit Hans zijn fietstassen in jouw tassen te plaatsen !!
    Fijne reis verder.
  7. Sonja:
    3 januari 2018
    Gelukkig nieuwjaar Hans en Fabienne! Jullie schrijven zo heerlijk gedetailleerd, ik zie het helemaal voor me. Maak die kinderen maar blij en genieten jullie zelf ook nog! Veel liefs
  8. Jacques:
    6 januari 2018
    Waardeloos die zadelpen, maar met tie-wraps en ducktape repareer je alles!
  9. Fabienne:
    6 januari 2018
    Ja daar repareer je alles mee. Heb ik altijd bij me.