Pittig rondje Penang

26 januari 2018 - George Town, Maleisië

Vandaag zijn we nog op het eiland Penang en we gaan een rondje op het eiland rijden. Het is een rondje van 74km. We beginnen vol goede moed. Na zeven km bezoeken we de grootste Chinese Boeddhistische tempel van Maleisië. Het is weer heel erg warm en ik (Hans) begin me nu zo langzamerhand wel af te vragen waarom staan die dingen nu altijd op een heuvel? Ik kom werkelijk weer drijfnat bij de tempel aan. Hier is voor ons allebei wel duidelijk dat overdaad dus daadwerkelijk ook echt schaadt. Alles is groter, meer, protseriger en dus niet mooi meer. Het complex wordt hierdoor jammergenoeg een beetje kitcherig. In de tempel zelf staan ook allerlei souvenirs. Typisch Chinees is dat je een wens kunt doen in een tempel. Hier liggen daarvoor gekleurde lintjes. Elk kleurtje is voor een andere wens: for good health, successfull career, booming business, world peace etc en zelfs een vaantje voor ‘being coupled and paired’. De vaantjes kosten 1 Ringit (20 cent) en mensen kopen meestal een heel bosje van alle kleurtjes 1 lintje en hangen dat aan een soort van boompje zonder blaadjes. Wrang en heel tegenstrijdig is het dan weer wel dat op de trappen van de tempel oude mensen aan het bedelen zijn...

We drinken een lekkere ice-coffee (ik heb net gewenst dat ze hier ICE-coffee zouden hebben) en vervolgen onze trip. We rijden tot dusver tussen veel verkeer en het is erg druk. Niet een route tot dusver die je niet gemist mag hebben of waar we lang naar uit hebben gekeken. Na 11km gaan we volgens de beschrijving klimmen, met een maximum van 16%. Hoeveel? Ja ja 16%. Ik kan leukere dingen bedenken als het 33 graden is. We klimmen lekker gestaag maar we trappen allebei in de lichtste versnelling. En dan nog is het lastig genoeg om in een rechte lijn naar boven te rijden. Al slingerend nemen we het steilste stuk. Het is extra opletten omdat het verkeer hier soms zo dicht langs ons rijdt dat je niet te veel op de rijbaan moet rijden. Ik rijd hier met een wielren handschoentje aan omdat ik anders niet kan schakelen. Ik zweet zo hard dat ik geen grip meer heb op mijn handvaten. 

Na 25 km tussen druk verkeer gereden te hebben begint het enthousiasme van deze  tocht ons een beetje in de schoenen te zakken. We zien in de beschrijving dat we bij kilometer 34 het eiland kunnen oversteken en zo kunnen terug fietsen naar Georgetown. Na zo veel uitlaatgassen ingeademd te hebben en nog niets aan natuurschoon gezien te hebben zijn we het samen snel eens. We steken het eiland dwars over, terug naar Georgetown. Maar voordat we dwars oversteken rijden we door Balik Palau. Het is 12 uur en we zien een grote M op een paal. Een McDonald. Normaal zou ik dit niet delen op het blog. Maar omdat deze dag tot nu toe al geen succes was, maakte een frietje en een ijskoude cola bij de Mac ons wel even gelukkig. We zitten als twee grote kinderen met een soort van happy meal binnen bij de airco voor het raam naar buiten te kijken. Gelukkig kom je hier niet zo snel bekenden tegen.

Als ik bij de Mac naar buiten kijk naar onze fietsen zie ik dat de kettingen de afgelopen dagen door de luchtvochtigheid verschrikkelijk zijn geroest. Hoe is dat nu mogelijk? Net voor onze reis nog nieuwe kettingen gemonteerd en nu al flink geroest. Na de Mac rijden we door het dorp en zie ik al snel een fietsenmaker. De man spreekt helaas geen woord Engels maar met gebaren maak ik hem duidelijk dat ik een beetje olie wil voor de ketting. Het is een beetje een nukkige man die eerst gewoon afmaakt waar hij mee bezig is. Ik wacht geduldig af. Na zo’n vijf minuten pakt hij een busje olie dat werkelijk naast hem staat. Ik pak een doekje wat ook naast hem ligt en ik hoop dat het niet zijn shirt is. Ik smeer de kettingen en hoef niets te betalen. We vragen hem voor de zekerheid nog de richting voor Georgetown. Hij wappert wat met zijn arm dat echt alle kanten kan betekenen. We bedanken hem vriendelijk en gokken op een richting. 

We gaan beginnen aan onze terugreis naar Georgetown. 

Even verder kunnen we de borden volgen. En volgens de borden gaan we weer klimmen en met een maximum van 10%. We kijken elkaar aan. Dit is niet leuk zeker niet omdat de omgeving absoluut niet de moeite waard is. We fietsen natuurlijk niet alleen om het fietsen maar wel om iets te zien. We zien bordjes langs de kant staan met een stijgingspercentage van 10%. We moeten weer 6km klimmen. Als we eenmaal boven zijn zijn we allebei door en door nat. Ik van het zweet en Fabienne van het water dat ze over zich heen heeft gegooid. We zijn op een uitkijkpunt en beseffen dat we het ergste hebben gehad. Op naar beneden. Het zal ongetwijfeld vreemd klinken, maar het voelt nog frIs ook als je bij 33 graden drijfnat hard naar beneden fietst. 

Als we beneden zijn rijden we in een straatje met allerlei kraampjes. Ook nu hebben we weer behoefte aan wat fruit en kopen bananen. We kijken geïnteresseerd naar een vrucht die we niet kennen. Het lijkt op een kruising tussen jackfruit en doerian, maar het is soursop. Zuurzak zeg maar. Klinkt niet hoopvol, maar de verkoper laat zich niet snel uit het veld slaan als ik een moeilijk gezicht op zet en naar meer bekende vruchten kijk.  Het is volgens hem erg lekker en ‘very healthy’. We kunnen wel wat gebruiken na zo’n dag, dus we laten ons overhalen en kopen een soursop. De man wil hem wel opensnijden zodat we het meteen kunnen opeten. Ja waarom niet. Hij pakt twee krukjes en begint de soursop in stukjes te snijden. Het is inderdaad heerlijk. Bijzonder vruchtvlees een beetje slijmerig met enkele pitten, maar heerlijk van smaak. Leuk om te proberen. Terwijl we aan het eten zijn loopt een Chinees echtpaar langs de kraam. Ook zij kijken nieuwsgierig naar de vrucht, die ze dus ook niet kennen. Ik vertel hen enthousiast dat wij ook net voor het eerst de soursop hebben geprobeerd en erg lekker vonden. Misschien zien we elkaar straks in het ziekenhuis.

We rijden verder en besluiten eerst maar iets te drinken in Little India, een wijk in Georgetown. We willen eerst een beetje opdrogen voordat we naar het hotel gaan. Zo kunnen we niet naar binnen. We vinden al toerend door de wijk een leuke Chinese bistro. We bestellen allebei een bier met een brownie en een wafel. Wat een combinatie. Vinden ze daar ook trouwens. De bistro is gehuisvest in een oud traditioneel medisch centrum. Veel van de originele spullen staan nog steeds in dit restaurant. Heel mooi gerestaureerd in 2010 en nu echt een aanrader om te bezoeken. We reserveren meteen een tafel voor vanavond. Ze serveren hier authentieke Chinese gerechten.  

Jammer van deze dag. Georgetown vinden we echt een geweldig leuke stad, vooral door de geschiedenis en door de variëteit aan culturen van de Chinezen en Indiërs, maar het eiland Penang valt ons dus wat tegen. Morgen met de ferry weer terug naar het vaste land. 

Foto’s

8 Reacties

  1. Theo van der Hoeven:
    27 januari 2018
    In strijen geen Mac. Nog veel zweetplezier. Groetjes
  2. Fabienne:
    27 januari 2018
    Nee geen Mac in Strijen. Ik heb heel verbaasd rondgekeken. Wel lekker zo’n Mac.🍔
  3. Joke:
    27 januari 2018
    Jammer zo'n dag zonder veel schoonheid. Ik was 30 jaar geleden bij die tempel. ik weet nog hoe moe ik was van naar boven lopen in de bloedhitte en ik had alleen een schoudertas.
  4. Rineke:
    27 januari 2018
    Veel zweet en geen mooie route, jammer!
    Ik hoop dat de komende dagen wel mooier verlopen.
  5. Fabienne:
    27 januari 2018
    Wat leuk Joke dat jij daar ook bent geweest in de zelfde tempel. Ik denk dat het toen misschien nog wel mooier was, minder kitscherig.
    En inderdaad jammer van de dag. Hopelijk blijft het bij die ene dag.
  6. Eeke en Henk:
    28 januari 2018
    Voortaan een klein busje wd40 meenemen in je fietstas.
  7. Peter Jongsma:
    28 januari 2018
    Soursop (Vietnam=Mãng cầu Xiêm) is best lekker inderdaad en in Vietnam geloven ze dat het ook nog heel gezond is. Mooie verhalen Hans & Fabiënne
  8. Fabienne:
    29 januari 2018
    Ja Eeke, we kunnen wel wat hebben na al dat eten hier. En heel veel kleine dingen maakt uiteindelijk heel veel om mee te nemen. We proberen echt zo weinig mogelijk bagage mee te nemen. Olie is altijd wel te vinden.