Kuala Kangsar, stad van de sultan

29 januari 2018 - Kuala Kangsar, Maleisië

Ook al heeft het gisterenavond nog de hele avond geplensd, als we opstaan in het droog en prachtig weer. Pfff, gelukkig. Alle kleding is weer droog en ook de poncho’s. We pakken ze in voor een volgende bui die vast nog wel zal komen.

De route gaat weer voor een groot deel langs palmolieplantages en is wat heuvelachtig vandaag. Na een week Maleisië ga je toch vergelijken met andere landen en vallen je ook dingen op. De Maleisiërs hebben het zo te zien niet heel slecht. Alhoewel er ook grote verschillen zijn. We zien traditionele oude houten huizen op palen, maar ook mooie wijken met kleine bungalows. Langs de weg zien we ook veel borden van nieuwbouwprojecten met de meest prachtige woningen. Die nieuwe woonwijken zijn meestal in de ‘middle of nowhere’ en afgeschermd met een hek en een slagboom met portier. Hmmm, wij hebben toch het idee dat het hier niet erg crimineel is, dus waarom is dat dan vragen wij ons af. 

Ook de plaatsen waar we vandaag doorheen zijn gefietst zijn vooral Chinees. Het zijn geen mooie plaatsen. Vaak zijn het allemaal handelsgebouwen, op de begane grond winkeltjes met rolluiken en erboven woningen. In de plaatsen is het schoon. Ook het groen in de steden en langs de weg wordt keurig bijgehouden. Er werken hier veel mensen in de groenvoorziening. Overal zie je mensen vegen en vuil opruimen, terwijl een paar meter verderop iemand gewoon zijn papier of bekertje op de grond gooit.  De stroken langs de weg lijken soms net het gras van golfbanen, zo keurig is het gemaaid.  Maar even verderop zie je dan weer een enorme hoop vuil langs de kant van de weg liggen. Hier geen enkele tuk tuk. Wel veel mooie en grote auto’s, vooral Japanners. Zelf heeft Maleisië het automerk Proton.

De scholen zijn groot en daardoor voor ons niet zo toegankelijk. Het zijn blokken beton van zo’n drie lagen hoog. Voor de ramen zitten houten lamellen tegen de zon. Soms zie je als het wisseluur is wat kinderen op de galerij staan. Vandaag fietsen we voor het eerst langs een schooltje waar het net pauze is. Het is 10 uur en de kinderen eten allemaal een bordje rijst. Ze kijken ons wel na, maar echt heel verbaasd kijken ze al niet eens meer. 

Vandaag zijn er weinig restaurantjes en winkeltjes op onze route.  Bij een Chinees oud stadje zien we een winkeltje en ernaast een restaurantje. Na alle liters cola hebben we vooral ‘s ochtends trek in wat anders. In Maleisië hebben ze vaak blikjes Nescafé. IJskoud uit de koelkast en zo donker mogelijk (espresso). Thuis zouden we dat nooit drinken, maar hier vinden we het heerlijk en dan ook een cakeje erbij van de 7 Eleven.

De man in het restaurantje heeft helaas geen Nescafé, maar in het winkeltje ernaast wel. De keuze is snel gemaakt. Dan maar staand de Nescafé bij de fiets opdrinken. Hoewel het restaurant vol oogt, haalt de eigenaar van het restaurant ergens een tafel met twee stoelen vandaan en gebaart ons te gaan zitten. Super aardig natuurlijk! Aan tafel zitten voor een restaurant met een drankje van hiernaast. 

We zijn al vroeg op de plaats van bestemming, Kuala Kangsar. Hier zijn drie hotels aangegeven in onze reisgids, waarvan er eentje (de beste!) net gerenoveerd wordt. Niet zoveel keuze dus, maar gisteren vonden we toch nog iets anders op Booking.com. 

We besluiten toch ook bij de twee overige hotels even te gaan bekijken. Eentje bekijken we alleen aan de buitenkant en dat zegt al genoeg. Hier hoeven wij niet naar binnen. Het andere is van de categorie ‘mwah’ als er niks anders is, dan...

Het hotel dat we op Booking.com hadden gezien is even zoeken, maar uiteindelijk komen we er toch en dat bevalt ons. Het is alleen wat verder weg van het centrum.

Door onze hotelinspectie-activiteiten is het toch ineens al half drie. Ik (Fabienne) stel voor om de bagage op de hotelkamer te droppen en dan meteen het stadje te gaan bekijken. “Anders krijgen we laat in de middag weer zo’n bui op onze kop”. Hans had net nog aan de dame van de receptie gevraagd of het hier in Kuala Kangsar ook elke avond regent. “Every evening Sir”. “Really?”, vraagt Hans met ongeloof in zijn stem. “Yes, every evening”, bevestigt ze nog eens op een toon van, dat zei ik toch al. Dus snel weer op de fiets en poncho’s mee! 

Kuala Kangsar is al sinds 1876 de woonplaats van de sultan van Perak, de provincie waar we nu fietsen. Hij woont zelf net buiten de stad, maar in de stad zijn ook nog mooie gebouwen van de sultan, zoals de Sultans Galery. Een prachtig gebouw. We mogen er zelfs naar binnen. We zetten onze fietsen netjes op een parkeerplaats en willen naar de entree lopen. Uit een kleine ticket office spreekt een kleine Maleisiër in ‘uniform’ Hans aan en zegt dat we daar niet mogen parkeren. Er is een parkeerplaats voor wel 50 auto’s en er staan er nu 6. Er is dus plaats genoeg op de parkeerplaats voor nog heel veel auto’s, maar nee onze fietsen mogen net niet op die ene plek in de schaduw staan. OK, de fietsen weer van het slot en verhuizen maar. Uniformpje zet er snel een pion neer en probeert er heel overtuigend bij te kijken.

Als we onze kaartjes hebben gekocht lopen we het terrein op. We zien niet zo goed waar we heen moeten en wat we mogen bekijken. Weer komt die dreumes in uniform zijn kaartjeshokje uit om Hans terecht te wijzen, dat hij daar niet in mag lopen. “What can we see here?” “This!” en hij wijst een beetje om zich heen. We lopen een beetje verloren rond, want het terrein is niet groot en we willen al weer naar buiten gaan. Het uniform komt zuchtend weer zijn hokje uit met een uitstraling dat hij er ‘nu wel klaar mee is’ en wijst naar een deur waar we wel naar binnen mogen. Als we onze schoenen tenminste uitdoen. O, heerlijk even de warmte uit. Binnen staan wat privé eigendommen van de huidige sultan (geboren in 1928) en zijn vrouw, waaronder officiële staatsuniformen, galakleding en een kroon met ontzettend veel diamanten. Een etalage met alle horloges en alle zonne(brillen) van de sultan gaat ons wel iets te ver. Een beetje erg decadent. 

Onze volgende bezienswaardigheid is een oude moskee die tegenover de Sultans Galery staat. Inmiddels ziet de lucht er al weer wat dreigend uit. De moskee is gesloten. We maken wat foto’s voor en door het hek. We kijken nog eens naar de lucht en besluiten terug te gaan naar het hotel. We doen uit voorzorg maar alvast onze regenhoezen om onze stuurtassen. We fietsen nog geen honderd meter of de sluizen gaan weer open. Snel stoppen onder een paar palmen en de poncho’s gaan weer aan. We krijgen daar weinig tijd voor want is meteen een volle bak regen. We moeten elkaar een beetje helpen met de poncho’s, omdat we allebei plakken van de warmte. We staan samen een beetje hulpbehoevend naar elkaar toegebogen met een poncho half over ons hoofd. Moet er echt even heel kolderiek uit hebben gezien. Twee van die bewegende gekleurde zakken waar nog geen hoofd doorheen steekt en vier armen in de lucht. Het is zo warm dat de poncho’s aan de binnenkant beslaan. We soppen in onze schoenen. Bij het hotel moeten ze om ons grinniken als we aankomen.

Deze keer is het een bui van anderhalf uur. Als we om 19.00 uur weer op onze fiets stappen om te gaan eten is het droog. “Laten we nog even wat geld gaan pinnen”, stel ik voor. In het buitenland kun je meestal omgerekend voor 300 euro pinnen per keer. We kijken samen altijd goed wat we intikken. We denken dat we wel 1500 Ringit moeten pinnen (ongeveer 313 euro) en ik toets het bedrag in. De automaat geeft aan ‘transaction rejected’. Niks aan de hand, we proberen het gewoon nog een keer voor 1000 Ringit. Er komt een bonnetje uit. Maar geen pasje. Shit, daar sta je dan. Pasje nog in de automaat en die spuugt het niet meer uit. De bank is gesloten. We drukken op wat knoppen, maar nee hoor geen pasje. Ik krijg het ineens een stuk warmer. Ik sta een beetje om me heen te kijken of ik het aan iemand kan vragen en hoor ineens het bekende geluid krrggtt als mijn pasje er weer uitkomt. Hans staat triomfantelijk met mijn pasje in zijn hand. “Ik heb gewoon op alle knoppen tegelijk gedrukt”, zegt Hans. “Zo ook weer opgelost!”

Bij een bank een stukje verderop proberen we het nog een keer en daar hebben we prijs. 1500 Ringit en het pasje terug. We kunnen weer even vooruit.

Foto’s

3 Reacties

  1. Yvonne:
    30 januari 2018
    Jeetje Fabienne wat zulje het even benauwd hebben gehad toen je pasje niet terug kwam en wat een onvriendelijk type daar bij het museum. Wat is er toch een verschil van mensen hè in allerlei landen. Liefs Von
  2. Fabienne:
    30 januari 2018
    Ja Fabienne had het even heel benauwd. En als het dan al 30+ is, nou dan heb je het warm hoor. Dan breekt het zweet je uit. Maar gelukkig pasje weer terug. Vandaag een beetje rustdag. Zitten in mooi resort. Morgen hebben we een etappe van dik 90km.
  3. Eeke en Henk:
    30 januari 2018
    prachtige moskee, en dat pasje? ik denk dat er 3 druppels te gelijk uit je porie kwam, en dat was niet door de warmte! een relax dag heerlijk, geniet er van. gr.jes