De koninginnenrit

26 februari 2017 - Kunming, China

Vandaag gaan we de koninginnenrit fietsen. Een etappe van bijna 80 km, waarvan dertig kilometer alleen maar klimmen. Het weer ziet er niet goed uit en we doen zo’n beetje alles aan wat we bij ons hebben en we zijn blij met onze gisteren gekochte foeilelijke Chinese glimmende fluorescerende jacks. Ik heb mijn lange beenstukken aangetrokken bij mijn koersbroek, maar Hans heeft zijn beenstukken niet bij zich. “Nee joh, is toch niet nodig. Ik heb genoeg aan mijn driekwart fietsbroek. Aan mijn kuiten heb ik het niet zo snel koud”. Ik heb nog een dikke pantylegging bij me en als ik vraag of hij die soms wil hebben, zegt hij toch wel erg snel ja:  “Nou ja wat is erger, kou lijden, of voor lul rijden…. ” De keuze is snel gemaakt. Dat ding is gelukkig ook zwart, net als zijn driekwart fietsbroek.

Als we om kwart acht vertrekken is het buiten 7 graden, maar volgens ons routeboekje komen we aan het eind van deze etappe in de tropen met 35 graden. Daar houden ons maar aan vast. We hebben in ieder geval genoeg eten en water ingeslagen. De volle waterfles stop ik snel bij Hans in zijn fiets. Scheelt mij weer 1,5 kilo.

Het is een mooie afwisselende klim met stukjes vals plat afgewisseld met steilere stukken. Af en toe stoppen we om wat te eten en we krijgen het van het klimmen zowaar warm zodat ons Chinese jackje uit kan. Voor de laatste 5 km die steil zullen zijn willen we even nog wat eten en even zitten. We stoppen bij een huisje met een trapje en willen daarop gaan zitten, de eigenaresse zit zelf in haar winkeltje te eten en vraagt of wij mee willen eten. Terwijl ik in haar kommetje met ondefinieerbare groene smurrie kijk sla ik het vriendelijk af. We hebben zelf genoeg ingeslagen. Ze haalt nog wel wat krukjes voor ons, zodat we even lekker kunnen zitten. Het valt ons hier op dat de mensen uit zichzelf niet zo uitbundig zijn als in Zuid-Oost Azië, maar als je ze benadert dat ze toch over het algemeen vriendelijk zijn. Als je in Thailand fietst roept iedereen de hele dag “Sawadee Ka” en in Laos “ Sabaidee” en in Cambodja is het gewoon “Hello”. In China is het “Ni Hau”, alleen wij hebben na een week door dat we het niet goed uitspreken, waardoor de Chinezen ons uitlachen. Wij spreken de “hau” veel te lang uit. Het is meer “Ni Hah”. 

De laatste kilometers zijn zwaar. Boven staan we op een hoogte van 1950. Er is niks te beleven. Er is een tankstation waar de vrachtwagens water tanken om de remmen af te kunnen koelen voor de afdaling. We doen snel onze Chinese jacks weer aan en gaan dalen. Oeps dat is koud en even later rijden we in een dikke natte potdichte mist. We stoppen om onze oranje ‘mist’ glazen in onze brillen te doen en dat scheelt. Zo hebben we meer zicht. En we doen over alle lagen nog voor de kou onze regenjacks aan. We hebben nu vijf lagen aan tegen de kou. “Is dit leuk?” Vraag ik me zelf peinzend af. De vrachtwagens hebben in deze dikke mist ook geen zicht en rijden als slakken naar beneden, wel zo veilig voor ons. De dichte mist maakt alles ook verschrikkelijk vochtig zodat de weg heel nat is. We zien er na een paar kilometer niet meer uit. Modderspetters overal.
Mijn handen zijn koud en mijn vingers zijn dood. Ik zit te klappertanden op de fiets. Ik ga toch echt even stoppen om mijn handen weer warm te wrijven. Ik zie ineens bij een huisje een paar vrouwen en kinderen om een vuurtje zitten en stop snel. Er staat een laag krukje waar ik op mag zitten. En ze stoken het vuur nog even op. Zo heerlijk om weer even warm te worden. Een van de vrouwen heeft een baby van ongeveer een jaar op haar arm. We sjouwen de hele reis al een grote beer mee om ergens weg te geven. Dit is wel een goed moment.  Natuurlijk geven we die beer aan dat kindje. Met een grote lach en een verbaasd gezicht drukt ze de beer tegen zich aan. We worden lachend door de hele familie uitgezwaaid. 

We gaan weer verder dalen en even later klaart de mist op en dan zien we wat we hebben gemist. Een prachtig uitzicht op rode bergen en in de diepte kronkelt de rode rivier, Yuanjiang river. De rivier is zo rood door de rode klei die wordt meegevoerd. Onze klim eindigt bij een stuwdam en op een hoogte van 265 m. Maar ….tropisch warm? …. 35 graden?? OK het is dan wel niet zo koud als op de pas van bijna 2000 meter en ons regenjack kan dan wel uit, maar die andere lagen houden we gewoon aan. Het is nog niet eens de helft van 35 graden!

We rijden verder langs de rivier het stadje Nansha in en vinden gemakkelijk een hotelletje. De eigenaar is heel vriendelijk en geeft ons meteen twee Tuborg biertjes. We blijven hier twee nachten, want morgen gaan we de bekende rijstterassen van Xinjie, ook wel Yuanyang genoemd. Het hele district staat op de Unesco werelderfgoederenlijst. 

In ons boekje staat het telefoonnummer van een zekere Belinda, de enige gids die Engels spreekt. We vragen of de hoteleigenaar even wil bellen en we spreken met Belinda een prijs af.  Ze wacht ergens boven op ons, en we moeten dus nog zelf met de bus of een taxi naar Xinjie rijden. We gaan meteen maar op zoek naar het busstation. Dat is snel gevonden. Maar er is geen touw aan het bord met namen en bustijden vast te knopen. Binnen is een meisje dat een paar woorden Engels spreekt. Het duurt even, maar na een keer of zes wat tegen elkaar gezegd te hebben snappen we dat de bus om het hele uur gaat en dat een buskaartje 15 Yuan kost. Nou als dat morgen dan maar goed gaat. 

We hebben geen echte restaurants gezien, alleen eettentjes buiten op straat. In de straat achter ons hotel is een aaneenschakeling van deze eettentjes. We kiezen er gewoon eentje waar plek is aan de tafel. We kunnen een paar gerechten aanwijzen en we krijgen een grote kom met een beetje roodkleurige rijst. We gaan tussen de Chinezen zitten. In het midden van de tafel staat een rooster met een soort marshmallows erop die worden geroosterd en de mensen pakken met hun stokjes af en toe zo’n marshmallow en dopen dat in een sausje. “Moeten jullie ook doen”, begrijpen we uit het Chinees en de gebaren. Het zijn vierkante blokjes tofu, die een beetje opbollen als ze geroosterd zijn. Het smaakt eigenlijk nergens naar, maar het zwarte sausje maakt het wel weer lekker. Aan tafel worden we nieuwsgierig aangekeken hoe we eten. Het wordt erg gewaardeerd dat we met chopsticks eten. We krijgen regelmatig een opgestoken duim. En je moet alles proberen niet waar? Nou ja alles? Vanmiddag zagen we op de markt in een hok hele zielige honden onder de eenden opgehokt zitten. De eenden waren duidelijk voor de verkoop om op te eten en de honden …? We zien onderweg wel erg weinig honden.  

Foto’s

6 Reacties

  1. Danielle Bergwerff:
    26 februari 2017
    Lieve Hans en Fabienne, wat een geweldige verhalen. Ik probeer ze in alle hectiek hier in Strijen zo goed mogelijk bij te houden, maar wat is het weer een belevenis voor jullie daar. Geniet van jullie verdere reis! Ik volg jullie op de achtergrond.
  2. Arja Grooteman:
    26 februari 2017
    Hoi Hans en Fabienne, ik word elke dag heerlijk voorgelezen door Paul over jullie reisverhalen. Echt fantastisch, zelf ben ik niet zo,n reiziger maar op deze manier steek ik toch heel wat op. Heel leuk om al die achtergrondinformatie te krijgen en jullie kunnen zo beeldend schrijven dat ik het plaatje zo voor me zie. Al die belevenissen die jullie meemaken, echt super om te lezen. Beleven het op afstand een stukje met jullie mee. ik zie jullie zo voor me op de fiets en ook de foto,s zijn prachtig. Heel veel plezier nog samen en een fantastische reis toegewenst, ik kijk weer uit naar het verhaal van morgen!! Liefs Arja
  3. Sonja:
    26 februari 2017
    Hey, weer een fake nieuwtje: "De volle waterfles stop ik snel bij Hans in zijn fiets. Scheelt mij weer 1,5 kilo?" Ik geloof hier niks van!
  4. Sonja:
    26 februari 2017
    Ik duim voor warmere dagen, houd elkaar maar lekker warm. Veel liefs!
  5. Yvonne:
    26 februari 2017
    Hoop wel dat het warmer wordt voor jullie en wat een leuk verslag weer liefs Von en pat
  6. Jacques:
    1 maart 2017
    Toch handig zo'n echtgenote die wat extra's meeneemt. Tja, die honden.... die eten ze ook!